Cryptomunten en cryptobeleggingen worden almaar meer gebruikt. Zij behoren dan ook steeds vaker tot de beleggingsportefeuille van ondernemers, maar ook van particulieren.
In de praktijk stelt zich de vraag naar de fiscale behandeling van de (soms aanzienlijke) meerwaarden die worden gerealiseerd op het ogenblik van verkoop (waaronder ook de omzettingen in andere cryptomunten worden begrepen).
Fiscale behandeling van meerwaarden bij verkoop van cryptomunten en cryptobeleggingen
Theoretisch gezien zijn er drie mogelijkheden voor de wel of niet belastbaarheid:
- Ofwel belasting als beroepsinkomen (progressief tarief tot 50% + gemeentebelasting + sociale bijdragen)
- Ofwel belasting als divers inkomen (vast tarief van 33% + gemeentebelasting)
- Ofwel vrijgesteld als “normaal beheer van privévermogen”
De grens tussen deze drie categorieën is soms moeilijk te beoordelen met de nodige rechtsonzekerheid tot gevolg. Men is aangewezen op criteria die in de rechtspraak werden uitgewerkt (o.a. wat betreft de mate van organisatie, de frequentie van de aan- en verkopen, de houdperiode, de oorsprong van de belegde gelden, enz.), maar een discussie met de fiscus kan nooit volledig worden uitgesloten. Voor vele belastingplichtigen blijft deze materie zeer onduidelijk en onzeker.
Hoe pak je deze fiscale behandeling best aan?
Aan deze onduidelijkheid (en in feite ook rechtsonzekerheid) kan een einde worden gesteld door – op gemotiveerde wijze – een Voorafgaande Beslissing (of Ruling) aan te vragen bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB of Rulingcommissie) bij de FOD Financiën (bindend).
Het strenge standpunt van de DVB bleef op dit punt niet zonder kritiek, waardoor de DVB op 13 januari 2022 haar “Vragenlijst cryptomunten” dienaangaande heeft aangepast. Voortaan staat hierin het volgende te lezen:
“Hebt u de voorbije jaren reeds cryptomunten verkocht of omzettingen van de ene cryptomunt doorgevoerd dan zal geval per geval beoordeeld worden of het voorafgaand karakter van de aanvraag al dan niet geschonden is en of er bijgevolg nog een geldige beslissing kan afgeleverd worden”.
Met andere woorden: wanneer er in het verleden (in een definitief belastbaar tijdperk) reeds verkopen of omzettingen van cryptomunten hebben plaatsgevonden, dan zal dit niet langer a priori leiden tot de ontvankelijkheid van de rulingaanvraag. De Rulingdienst zal steeds geval per geval bekijken of er toch geen ruling kan worden afgeleverd. Namelijk wanneer kan worden aangetoond dat de betrokken meerwaarde werd gerealiseerd in andere omstandigheden dan voorheen.
Een verkoop in het verleden zal dus niet langer a priori beletten dat er een ruling kan worden bekomen. Ook in geval van een eerdere verkoop/omzetting (tijdens een voorafgaand jaar) lijkt het dan ook verdedigbaar dat er voor een latere verkoop/omzetting nog steeds een ruling kan worden afgeleverd, dit voor zover kan worden gewezen op bepaalde gewijzigde omstandigheden zoals:
- een langere houdperiode;
- een lagere frequentie van aan- en verkoopverrichtingen;
- een andere beleggingsstrategie (bv. van d-trading naar buy & hold);
- eerder gebeurden enkel omzettingen, terwijl de ruling wordt gevraagd voor een verkoop in EUR;
- eerder gebeurden slechts gedeeltelijke omzettingen/verkopen, terwijl de ruling wordt gevraagd voor een volledige verkoop in EUR;
- enz.
Dit is uiteraard goed nieuws voor de vele belastingplichtigen die (rechts-)zekerheid wensen te bekomen omtrent de door hen tijdens 2021 (en verder) gerealiseerde meerwaarden op cryptomunten of cryptobeleggingen.
Deze kenmerken zijn niet volledig en slechts een beknopte samenvatting.
Heeft u meer informatie nodig? Contacteer ons kantoor dan via info@sva-accountants.be of bel ons op via 03 369 30 37.